HET ZWEMBAD – angst voor zwemmen

Vorig leven van Susanne, uit de praktijk reďncarnatietherapie van Marianne Notschaele

© Uitgeverij RHA Publishing

 

 

 

 

  fotobadpak1920

 

 

HET ZWEMBAD – ZWEMANGST

 

 

Susanne mailde me in 2007: ‘Ken je me nog?’

‘Ah, het zwembadmeisje’, dacht ik direct. ‘Verdronken in een zwembad in een vorig leven’. Vast lugubere beroepsdeformatie, maar ik onthoud gemakkelijker vorige levens dan gezichten van personen…;)

 

In 1996 deed ze als 12-jarig meisje een aantal sessies reďncarnatietherapie omdat ze moeite had met paranormale ervaringen. Susanne was en is paranormaal begaafd, maar als kind had ze vooral last van waarnemingen die ze niet begreep. Dat maakte dat ze zich angstig en onbegrepen voelde. We sloten therapie goed af, het paranormale kreeg ’n plek in haar leven.

Tussen 1997-1999 schreven we elkaar nog een tijd per brief. Met plezier beantwoordde ik haar vragen over aura’s, entiteiten en voorspellende dromen. Ze had meer baat bij af en toe contact met ‘iemand die net zoiets raars kon’, dan nog meer therapie. Langzaamaan verwaterde ons contact.

 

In 2007 kwam Susanne tijdens het opruimen in haar huis oude cassettebandjes tegen van opnames van de therapiesessies, die ze opnieuw beluisterde. Daarna mailde ze me met de vraag of ik nog wist wie ze was. 

Ze is nu een jonge vrouw die balans zoekt tussen werk, relatie en paranormale zaken. We pakten onze correspondentie - per email ditmaal - weer op en haalden herinneringen op aan therapiesessies, zo ook het ‘zwembadleven’.

 

Tijdens therapie besteedden we een keer aandacht aan iets gewoons: angst voor zwemmen. De oorzaak van haar angst had te maken met verdrinking in een vorig leven. Nieuwsgierig als ik ben, informeerde ik: ‘En, zwem je tegenwoordig wel?’ Ja dus. Altijd fijn om te horen dat therapie een goed effect heeft gehad. Ik vroeg of ze het leuk vond om alsnog het verhaal voor me op te schrijven. Dat zou ze doen… en staat nu hieronder:

 

 

“Ik was een meisje van 5 jaar oud. Een meisje met mooi lang haar, dat samen met haar vader en moeder in een oud dorpje in Frankrijk woonde.

Het was een warme en broeierige dag. Mensen gingen massaal naar de zwembaden om verkoeling te zoeken. Mijn ouders besloten om ook samen met mij naar het zwembad te gaan.

Het was een klein en oud zwembad. Eigenlijk veel te klein voor zoveel mensen op die dag. Ik droeg een versleten zwempak en had twee staartjes in mijn haar.

 

Ik hield mijn vaders hand stevig vast terwijl we naar een groot grasveld liepen om een plekje te zoeken waar we die dag door konden brengen. Zoals elk kind was ik nieuwsgierig en kon ik niet wachten het zwembad in te gaan om te spelen in het lauwe water.

Mijn ouders waren altijd druk met zichzelf bezig en aandacht voor mij was er niet zo vaak. Zo ging dat ook op deze dag. Mijn moeder had een groot kleed op het grasveld gelegd waar we op konden liggen. Mijn moeder had geen speeltjes of ander vermaak voor me mee genomen. Nee… het waren papa en mama die zich vermaakten, ik moest geduld hebben tot ze een keer zin hadden tijd voor mij vrij te maken om met me te gaan zwemmen.

Mijn moeder riep telkens tegen mij dat ik bij hen moest blijven en dat ik niet in het water mocht springen. Ze zei dat we straks zouden gaan zwemen.

 

Het duurde me allemaal te lang en ik besloot zelf het water op te zoeken. Ik had geen angst voor het water. Waarom zou ik? Iedereen deed vrolijk en leuk.

Er lag een houten vlonder over het zwembad waarover je naar de andere kant kon lopen. Er was geen railing om je aan vast te kunnen houden. Ik besloot over deze vlonder te lopen en hoopte dat mijn vader en moeder me zouden komen zoeken, zodat ze me konden leren zwemmen.

 

Ik keek naar het lichtblauwe water waar de zon zo mooi op schitterde. Het zag er zo mooi uit! Ik wilde dit nog beter kunnen zien en liep naar de rand van de vlonder toe. Het was mooi. Af en toe keek ik of ik mijn ouders al zag, maar ze hadden mij blijkbaar nog niet gemist. Met al mijn aandacht keek ik naar het water.

Voor ik het wist, viel ik van de houten vlonder en belandde ik in het water. Ik schrok, kon niet zwemmen en voelde dat ik in paniek raakte. Ik begon om me heen te slaan en probeerde mijn hoofd boven water te houden. Ik voelde mezelf naar de bodem zinken, voelde met mijn kleine lijfje de bodem van het zwembad.

Ik voelde handen om mijn lichaam. Heel veel handen. Handen die mij onder water leken te duwen, die me niet uit het water haalden. Ik verdronk.

 

Mijn moeder was ook bij het water komen staan en sloeg wild met haar handen om zich heen. Ze schreeuwde. Ze schreeuwde heel hard dat ze haar kind moesten pakken en tranen rolden over haar wangen.

Het was te laat. Toen iemand mij uit het water haalde en mij op kant legde, gleed alle energie uit mijn lichaam. Ik was verdronken en was niet meer op deze wereld. Ik zag nog een ambulance en mensen daaruit die mij probeerden te redden, maar dit hielp niet meer.

 

Mijn ouders hadden niet goed opgelet en ik was als jong meisje zo naďef dat ik nergens bang voor was. Deze warme dag die zo fijn had kunnen zijn, liep uit op een groot verdriet voor de ouders.”

                 

 

Ik herinner me dat we de therapiesessie deden vlak voordat Susanne met haar huidige ouders op vakantie ging. Die zomer en daaropvolgende jaren zwom ze zonder angst. Dat is nu ruim tien jaar geleden.

 

Ze heeft haar leven op orde: een leuke baan, een lieve vriend, een eigen woning. Voor paranormale talenten ruimt ze weinig plek in. Misschien blijft het wat dat betreft toch watertrappelen in plaats van een diepe duik in de paranormale wereld. Jammer, want ik weet hoe goed ze kan zwemmen… ;)

 

 

Met dank aan Susanne voor haar bijdrage.

 

 

Marianne Notschaele-den Boer

RHA Publishing

www.vorigelevens.nl

 

 

Terug naar beginpagina voor andere verhalen en boeken over reďncarnatietherapie en inzichten uit vorige levens

 

 

© RHA Publishing, juni 2008