Een vorig leven uit de tweede wereldoorlog, ‘vertaald’ in fee-vorm

Vorig leven van Bianca, uit de praktijk reïncarnatietherapie van Marianne Notschaele

Symboliek – sprookjes – verwerking op andere wijze

© Uitgeverij RHA Publishing

 

 

 

 

            

 



EEN VORIG LEVEN, ‘VERTAALD’ IN FEE-VORM

 

 

Bianca belt voor een consult reïncarnatietherapie. Haar grootste zorg op dit moment: ‘Ik loop helemaal vast en ik weet niet waarom.’

Als ze bij mij is, bespreken we veel privé-zaken. Eentje mag ik er hier -met haar goedkeuring- uitlichten, omdat die als voorbeeld kan dienen voor anderen.

 

Vorige levens verwerk ik met een cliënt op diverse manieren. Van emotionele herbeleving van onverwerkte situaties tot er globaal over vertellen, van gedetailleerd tekenen tot het schrijven van een symbolisch verhaal. Emoties verwerkt een cliënt zoals bij hem of haar past. Voor de een is dat bijv. verdriet uiten door te huilen, voor een ander: iets opschrijven op ‘aanvaardbare’ wijze, met het oog op: wat kan iemand op dat moment aan?

 

Eén van Bianca’s problemen is dat ze moeite heeft met eten. Daarover zegt ze: ‘Bij onbekenden krijg ik geen hap door mijn keel. Ik heb vaak een knoop in mijn maag.’ Terugkerende uitspraken van haar tijdens het gesprek zijn: ‘Het gaat de verkeerde kant op’ en ‘Ik heb een uitweg nodig.’

 

Terwijl ze vertelt over verschillende gebeurtenissen uit haar leven, ‘zie’ ik beelden van enkele vorige levens die niet helemaal netjes zijn afgesloten. Vergelijk het met gekreukelde papierrandjes die nog gladgestreken kunnen worden. ‘Kreukels’ die ontstaan wanneer het sterven niet helemaal gladjes verloopt, bijv. wanneer er sprake is van onverwerkte emoties, shock of onbegrip tijdens het sterven. Deze levens bespreek ik met haar, ik leg oorzaak en gevolg uit.

 

Het voorgaand leven waar haar eetprobleem mee samenhangt beschrijf ik in vage bewoordingen (te direct zou voor haar op dit moment te heftig zijn qua emoties) en ik geef aan wat ik ‘weet’.

Dat leven betreft een jonge vrouw, pas getrouwd, die haar kindje moet afstaan in de 2e wereldoorlog. Daarna vecht ze niet meer om zelf in leven te blijven, ze kan en wil niet meer eten. Want wat voor zin heeft het allemaal nog? De grootste angst van de vrouw is dat ze haar kindje niet meer herkent, als ze het al terug zou vinden of krijgen. Deze informatie blijkt uit andere zaken die Bianca me vertelt over haar huidige werk met kleine kinderen.

Zo gek is het dus niet dat ze nu bij ‘vreemden’ (toen: onbekende kampgevangenen) geen hap door haar keel krijgt en last heeft van haar maag (toen: honger in het kamp). Bianca’s angst dat het de verkeerde kant op gaat (iedereen om haar heen stief door honger of ziekte) is in dat leven terecht, een uitweg is daar niet.

 

Dieper op de belevenissen van de vrouw ingaan is niet mogelijk. Het consult duurt maar twee uur en we kwamen overeen dat we het bij één consult zouden houden. Daarom geef ik Bianca de opdracht mee om thuis het opgenomen consult nog eens na te luisteren en dan een sprookje te schrijven als afronding. Ik stel voor dat ze met ‘Er was eens…’ begint en dan gewoon probeert verder te schrijven. Afhankelijk van wat ze me toestuurt geef ik eventueel nog gratis een tweede schrijfopdracht. Vorige levens-kreukels gladstrijken per e-mail. Soms levert dat mooie verhalen op… J

 

***

 

Hieronder het sprookje dat Bianca uiteindelijk mailde (in twee delen). Ook al begint het romantisch met een fee en een elfenprins, al snel wordt het originele vorige levensverhaal -in oorlogssetting- tussen de regels door voelbaar. Daarna worden de gebeurtenissen in het tweede stuk ‘gladgestreken’ -dankzij een paar therapeutische aanwijzingen per mail-  op zo’n manier dat Bianca ermee uit de voeten kon.

 

 

“Er was eens: een jonge lieve fee van 18 jaar. Ze werd verliefd op haar lieve zachtaardige elfenprins. Het was niet altijd even makkelijk voor een fee om met een elf getrouwd te zijn. De meeste mensen in sprookjesland waren het hier niet mee eens. Maar ze waren zo verliefd op elkaar dat ze zich hier niet druk om maakten. Ze waren erg gelukkig met elkaar.

 

Al snel werd er een Elfenfeetje geboren. De fee-vrouw was erg trots op haar mooie lieve kindje. Maar de bevolking van sprookjesland gunde het ze niet en liet hen niet met rust.

De elfenprins moest vluchten voor zijn eigen volk. Het was te gevaarlijk voor hem om te blijven, ze wilden hem kwaad doen. Ze waren zo gemeen tegen hem, dat hij moest verdwijnen voor zijn eigen veiligheid.

De vrouw bleef alleen achter met haar kleine baby. Ze was boos en verdrietig dat haar man hen in de steek gelaten had. Maar haar lieve kleine baby hield haar op de been. Ze stond er alleen voor, maar ze móest voor haar kindje zorgen.

 

Toen haar kindje een jaar oud was liepen ze samen door het bos. De vrouw had haar kindje stevig vast. Ze had het gevoel dat er gevaar dreigde. Ze wilde haar kindje niet ook nog kwijt. Dus ze hield haar goed in de gaten.

Toen was daar ineens de grote boze reus. Hij rukte haar kindje aan haar armpje uit haar handen. De vrouw begon te krijsen en te gillen, maar ze was niet tegen de reus opgewassen. Ze moest haar kindje loslaten en laten gaan. Ze viel neer op handen en knieën. Het enige wat ze nog kon roepen was: ‘Ik wil niet dat je weggaat, ik wil niet dat je weggaat, ik wil niet dat je weggaat!’ Tot ze erbij neerviel. Ze rolde zich op haar zij en kromp ineen. Zo bleef ze liggen tot ze uiteindelijk in slaap viel.

Zo werd ze gevonden door haar feeënfamilie.

De vrouw was zich hiervan nauwelijks bewust. Ze had alles uitgeschakeld, ze had zich helemaal afgesloten. Ze wilde niets voelen en ze wilde niet praten.

 

Toen ze weer een beetje bij kwam stond er een bord eten voor haar klaar. Ze wilde en kon het niet opbrengen om dit op te eten. Ze wilde alleen haar kindje terug en verder wilde ze helemaal niets! Haar familie wilde haar zo goed mogelijk helpen, maar ze wilde niet. Ze kon het niet. Niet eten was de beste keuze. Verscheurd door angst en verdriet bleef ze gewoon liggen waar ze lag.

 

Ze was bang voor wat de reus met haar kindje zou doen. Wanneer zou ze haar kindje weer zien? Zou ze haar kindje dan nog wel herkennen? Stel dat ze vergat hoe ze eruit zag. Dat ‘t zo gegroeid zou zijn dat ze haar eigen kind niet meer herkennen zou.

Dit was onverdraaglijk.

 

Op een dag is ze gaan slapen en niet meer wakker geworden. Gestorven door angst, pijn, verdriet en vooral schuldgevoelens. En natuurlijk gebrek aan voedsel.”

 

***

 

“Als de vrouw haar ogen open doet, weet ze in eerste instantie niet waar ze is. Ze staat midden in een groot veld met wilde bloemen. Bloemen in alle kleuren, zo ver ze kan kijken. Het ruikt er heerlijk. De zon schijnt, de lucht is blauw en er kabbelt een beekje. Het is er stil en vredig. De vrouw bevindt zich in de hemel, in het ware paradijs.

Dan in de verte, op een mooie roze schommel, ziet ze haar kindje. Het eerste wat ze voelt is opluchting. Ze herkent haar uit duizenden. ‘Ik ben haar niet vergeten, ik weet nog hoe ze eruit ziet!’, denkt ze.

Ze rent er naar toe en sluit haar kindje in haar armen. Ze pakt het gezichtje tussen haar handen en kust haar op het voorhoofd. ‘Mijn lieve meisje, ik ben zo blij dat ik je herken. Ik herkende je meteen. Gelukkig maar! Vergeten doe je niet zo makkelijk. Het spijt me dat ik je los moest laten. Dat ik je niet bij me kon houden. Ik had zo graag mijn eigen leven gegeven. Alles is goed nu.’

 

Zorgen, pijn, verdriet, angst en schuldgevoelens vallen van haar af. ‘Mama gaat nu weer voor je zorgen. Je hoeft niet meer bang te zijn. Ik ben er en ga niet meer weg. Ik laat je niet meer alleen, nooit meer. Vanaf nu zal ik weer voor je zorgen. Dit keer zal ik je bij me houden en je beschermen.’

 

Dan staat daar haar Elfenprins. Eerst overheerst boosheid en teleurstelling omdat haar man haar en haar kindje alleen achterliet. Maar dan overwint de liefde. ‘Lieve, lieve man, ik ben zo ontzettend boos op je geweest en zo verdrietig omdat je ons in de steek liet. Ik voelde me zo alleen en verlaten. Nu besef ik pas hoezeer jouw eigen leven op het spel stond en dat je geen keuze had. Je deed het alleen om ons te sparen. Ik neem je niets kwalijk. Het is erg dat het zo gelopen is, maar het is nu eenmaal zo. We zijn nu weer samen, we zijn weer een gezin en we houden van elkaar!’

 

De vrouw voelt alles van zich afzakken. Ze kan het laten zakken, de schuldgevoelens, de angst en het verdriet. Het ligt niet aan haar. Ze voelt zich niet langer verantwoordelijk voor alles wat er gebeurd is. Alles glijdt van haar af. Ze voelt het letterlijk zakken. De knoop in haar maag verdwijnt. Dat geeft een heerlijk gevoel. Een hongergevoel… ze kan weer eten.

 

Dag lieve vrouw, het is tijd om afscheid te nemen. Lange tijd hebben jou schuldgevoelens, angst, verdriet en pijn mijn huidige leven beheerst. Het is goed nu. Ga nu maar lekker voor je gezinnetje zorgen. Je kan mij loslaten zoals ik nu ook jou los ga laten… zodat ik ook verder kan met mijn leven en de knoop in mijn maag ook verdwijnt. Zodat ik ook weer lekker van eten kan genieten in alle situaties en gezelschappen. Ik hoef me niet overal verantwoordelijk voor te voelen en me steeds af te vragen of alles mijn schuld is. Dit heb ik dankzij jou geleerd. Bedankt hiervoor. Het ga je goed.

 

Liefs, Bianca.”

 

 

Zo kreeg ze haar broodnodige, persoonlijke uitweg. Want als je in een oorlogsleven van je vrijheid bent beroofd, wil je een leven daarna meestal de controle behouden en zèlf keuzes maken.

 

Bianca lichtte nog toe:

 

 

“Ik moet zeggen dat dit verhaal er gewoon uitgevlogen kwam.’…’Ik zag er tegenop om eraan te beginnen.’….’Het voelde in elk geval prettig om het op deze manier op te schrijven. Daarom was het misschien ook niet zo moeilijk als verwacht. Met het stukje dat de vrouw haar kind weggehaald wordt en dat ze roept ‘Ik wil niet dat je gaat’, kreeg ik het even werkelijk moeilijk. Dat stuk greep me.

Ik had het verhaal in het klad geschreven. Het was eruit voor ik het wist. Toen wilde ik het uittypen en naar jou zenden. Ik was helemaal klaar. Ik sta op het punt alles te verzenden. Druk ik toch op een verkeerde knop, alles kwijt. Janken natuurlijk, ik voelde me zo leeg en moe en barstte van de HONGER! Typisch he… Oh, wat was ik moe, boos en chagrijnig… ik ben gaan eten (ik zou anders echt van mijn stokje gegaan zijn) en toen weer achter de computer gedoken. Het moest er gewoon uit. Zonder moeite het verhaal weer ingetypt. En zie hier het resultaat.”

 

 

Ik blijf het mooi vinden hoe onverwerkte emoties uit het verleden (kijk naar de zinnen: ‘alles kwijt. Janken natuurlijk, ik voelde me zo leeg en moe en barstte van de HONGER’) alsnog verwerkt worden via ‘een sprookje schrijven.’…

 

 

 

Met dank aan Bianca voor haar bijdrage.

 

 

Marianne Notschaele-den Boer

www.vorigelevens.nl

 

 

 

 

 

MEER VERHALEN OVER VORIGE LEVENS IN OORLOGSTIJD

 

 

Andere verhalen van Nederlandse cliënten uit mijn praktijk die vertellen over hun vorige levens in oorlogstijd, zijn gebundeld in het boek 'Diehards in de war'.

 

Ook in het boek 'Waarom Esther geen Robinson werd' zijn oorlogsverhalen van cliënten uit mijn praktijk opgenomen (o.a. concentratiekampervaringen).

 

In het gratis Engelstalige ebook 'Past Lives' zijn twee verhalen geplaatst van een cliënte uit het buitenland over een vorig leven in de tweede wereldoorlog.

 

 

 

 

BOEKEN VAN UITGEVERIJ RHA PUBLISING

 

 

‘Vintage Life’ is een e-book (pdf) dat gratis ter beschikking wordt gesteld aan lezers in ruil voor hun adresgegevens.

‘Koen de Wolkenvlieger’ wordt niet meer herdrukt, maar is wél gratis als pdf te verkrijgen.

‘Past Lives’ is een Engels ebook (pdf), gratis te downloaden.

 

 

De andere boeken zijn overal te koop. Klik op de boekcovers voor meer informatie.

 

omslag boek VINTAGE LIFE 17 feb klein.gif Lzodz3c-klein.gif ienieminieomslag.jpg 9789080628458 9789080628489 wegrwkleinomslagje 9789080628410 image003 

 

 

Terug naar beginpagina van deze website

 

 

 

© RHA Publishing – update 2012 sept.