DE ONTDEKKINGSREIZIGER
Vorig leven van Maria, uit de praktijk
reďncarnatietherapie van Marianne Notschaele
© Uitgeverij RHA Publishing
DE ONTDEKKINGSREIZIGER
Maria (50) komt
voor een consult vorige levens omdat ze
zicht wil krijgen op een aantal voor haar belangrijke vragen.
Wanneer ze het
verloop van haar huidige leven schetst, vallen me bepaalde uitspraken op over
relaties, zoals: ‘Ik zoek altijd naar iets buitenlands’.
Maria verhuisde vanuit
haar geboorteland naar Nederland, had een langdurige relatie met ‘een man met iets buitenlands’. Iedere
keer wanneer ze het over ‘iets
buitenlands’ heeft, zie ik in mijn hoofd plaatjes verschijnen van een ander
leven van Maria, een leven als man, een zeevaarder/ontdekkingsreiziger.
In verband met
vragen over haar relatie(s), wordt het tijd dat ze inziet dat ze niet altijd
‘op reis’ hoeft te gaan om iets te vinden dat bij haar past. Nu is ze
voortdurend op zoek naar ‘iemand met iets buitenlands, die van ver komt’,
waardoor ze mogelijke, nieuwe ‘binnenlandse partners’ aan zich voorbij laat
gaan.
***
Het vorige leven
als zeevaarder/ontdekkingsreiziger is niet goed afgerond. Ik zie beelden van
een vereenzaamde man, terug in Europa na zijn vele zeereizen, mijmerend over
waar hij ooit was, met wie hij ooit was. Een man die stierf met een groot
verlangen naar verre oorden. Een verlangen dat nog steeds doorwerkt bij Maria.
Ze krijgt de
opdracht mee om dat leven thuis verder uit te werken:
“Lang geleden,
ja heel lang geleden was ik een man. Een ontdekkingsreiziger en
zeevaarder die de wereldzeeën wilde verkennen.
Dit was mijn
allergrootste wens, om de vrijheid te ervaren en weg te komen uit het bekrompen
middeleeuwse milieu met zijn strenge christelijke moraal. De tijd van de
inquisitie en de pest. En overal stonk het erg. Er was verval en
corruptie. Ikzelf droomde van een hogere moraal en wou niets liever dan als een
rechtvaardig mens in dienst van de medemens staan.
Op een dag vertrok
ik vanuit Granada naar Malaga om uit te varen.
Eindelijk konden we
vertrekken. Het was ergens rond 1500 en nog wat.
Langzaam gleed het
schip de haven uit. Ik hoorde het water zachtjes klotsen tegen het schip,
vermengd met het rumoer van de overige zeelui en mensen aan wal. Ikzelf
stond peinzend, gelukkig, maar in mezelf gekeerd aan dek. Ik rook de zee
en keek naar de lucht. Het was een mooie dag om te vertrekken. De
reis zou vele maanden duren.
We zetten koers
naar het zuiden. Uiteindelijk naar de eilanden van Polynesië.
De eilandbewoners
zijn prachtige wezens. Rank van lijf en leden. De vrouwen hebben lang haar
tot op hun middel. Ze hebben prachtige ogen en mooie tanden en ze
glimlachen vaak naar ons. Alles is magisch aan hen.
(Ik vond dat ze een
vrij leven hadden.)
Ikzelf verblijf in
een gevlochten hut. Ik ben verliefd geworden op eentje in het bijzonder en
dat is NeNeh. Ik kan mijn ogen niet van haar
afhouden. Ze is van mij. We leven in grote hartstocht. Ik heb haar
een mooie schelp gegeven die ik op het strand vond. Ze straalde van liefde
voor mij.
Ik hoor nu
kabaal. De mannen zijn onrustig. Ze willen weer vertrekken.
Terug naar het
schip. Ik laat haar achter, maar ik kom terug. We gaan niet meteen
terug naar huis maar varen verder langs andere eilanden. Soms worden we
ook verjaagd en achterna gezeten door de bewoners. Ik zie nergens zo'n
zelfde schone als NeNeh. Ik denk aan haar, maar
ik moet verder. We gaan hier en daar aan land en ik maak aantekeningen van
de gebruiken van deze mensen. Ik bewonder hun lenigheid, vooral die van de
mannen.
Maar we blijven
nergens lang. We hebben een missie te volbrengen. Het vasteland roept
ons terug.
Ik heb een tatoeage
laten aanbrengen in de vorm van ringbanden aan beide armen als teken van
verbondenheid met deze mensen. Ikzelf ben ietwat rossig blond en heb rustige
blauwe ogen die beschouwend kunnen kijken. Ik ben een ernstig persoon,
streng voor mezelf, maar ook wel een dromer.
Mijn taak zal ik
tot het einde volbrengen, maar de zee
blijft mijn thuis en het liefst ben ik onderweg. Als ik aan land ben
is er eigenlijk niets echt belangrijk voor mij.
Ik word ouder en de
eenzaamheid weegt zwaar. Ik word steeds geslotener
en raak meer en meer in mezelf gekeerd. Ik ben moe en ik heb alleen nog mijn dromen en herinneringen waar ik
mij aan vastklamp. Ik hou steeds meer van NeNeh,
maar ze is nu met een andere scheepsmaat van mij. Ik voel me verraden door
die vroegere vriend en vertrouweling van mij. Ik probeer me erbij neer te
leggen. Ik kan niets meer doen dan sterven.
Ik ga sterven want
ik wil weg. Vaarwel mooie landen. Vaarwel stranden, zee en lucht. De
zeevaarder geeft het op en leeft niet meer. Deze man is niet meer.
Nu leef ik, Maria,
en ik ben een sportieve, levensluchtige vrouw met vele talenten en ik wil nog
heel veel samen delen met een lieve man die naar mij toekomt en zich bij mij thuisvoelt.
Ik wil mij laten
vinden door die ene die nou net naar mij op zoek is.
Dit was mijn
verhaal zoals het in mij opkwam.”
Een paar weken
later ontving ik een vervolgmailtje van Maria. Het
gaat goed met haar. De nieuwe, frisse kijk op relaties werkt… Ook hield ze
enkele diepgaande gesprekken met personen die deel uitmaakten van dat
voorgaande leven, en die ze in haar huidige leven - in andere rolbezetting - tegenkwam.
Ze schreef: “Ik ben
inmiddels weer uit de ban van dat vroegere leven en meer en meer raak ik
geďnteresseerd in mijn situatie van nu… en … Ik vind het zelf geen
gedetailleerd verhaal en of het klopt weet ik eigenlijk niet. Het voelde meer
als een opstel dat ik zat te schrijven. Daar was ik vroeger altijd heel goed in
op school.”
Maar met het gedane
huiswerk (hier verder niet verwerkt in het verhaal) waarin Maria de verschillen
moest benadrukken tussen dat leven toen en haar leven nu, ging er een NIEUWE
WERELD (!J) voor haar open… of ze nu wel of niet ooit een
echte ontdekkingsreiziger was. Metaforen, symboliek of voorgaande levens… de
cliënt is koning.
Met dank aan Maria voor haar bijdrage.
Marianne Notschaele-den Boer
RHA Publishing
Terug
naar beginpagina voor andere verhalen.
Naar informatie over boek met vorige
levensverhalen
© RHA Publishing, november 2008