VROEGER IS NOOIT
DOOD – boekrecensie DIEHARDS IN DE WAR & IK WAS EENS - door Ewald Wagenaar - redactie Koorddanser, nr. 263, mei 2009 –
reïncarnatietherapie en vorige levens in oorlogstijd
VROEGER IS NOOIT DOOD
‘Ik was eens..., vorige levens
en reïncarnatietherapie’ en ‘Diehards in de war’ van Marianne Notschaele – den Boer, uitgeverij RHA Publishing.
De ontdekkingen over
reïncarnatie, waarover parapsycholoog dr.Titus Rivas
ook elders in deze Koorddanser weer schrijft, krijgen in de beide recent
verschenen boeken van Marianne Notschaele - den Boer
hele concrete toepassingen. Ervaringen in vorige levens zijn zelden ‘dood’, al
komt de hoofdpersoon nogal eens op bijzondere wijze om het leven.
Om maar ‘s met iets persoonlijks te beginnen: ik herinner
me de loopgraven in de Eerste Wereldoorlog erg goed. Dat was geen leuke tijd.
Om niet te zeggen hell on earth. Dit is me overigens pas op latere leeftijd – toen ik
al kennis had van meditatie en (zelf)regressie – duidelijk geworden. Ik kan
niet ‘rustig’ door NoordFrankrijk rijden en bij de
beelden in de film ‘Im Westen nichts
Neues’ (en tal van Discoverydocumentaires)
krijg ik het zweet in de handen en een onbeschrijfelijk onbehaaglijk gevoel dat
geen enkele andere film mij ooit gaf, vermengd met een merkwaardige herkenning.
Sceptici mogen dus direct beweren dat dit mijn eigen verzinsels, projecties en
aanstellerijen zijn. Voor mij zijn het akelige herinneringen die mij in dit
leven hebben geholpen moeilijke dingen uit mij eigen levensgeschiedenis te zien,
te accepteren, te helen en goede beslissingen te nemen.
Historisch
Het was dan ook een verrassing toen we op de redactie het
boek ‘Diehards in de war’ ontvingen van reïncarnatietherapeute en auteur
Marianne Notschaele – den Boer. De ondertitel ‘oorlog
en reïncarnatietherapie’ doet al vermoeden waarom. Hierin worden 12 verhalen
van cliënten met oorlogsherinneringen opgetekend door de schrijfster. Neem het
verhaal van ‘Marianne’, een andere neem ik aan dan de schrijfster zelf. Deze
Marianne kwam om bij een atoombom in Japan, aan het eind van de Tweede
Wereldoorlog. Enige tijd na de bekende flits die de atoombom had gegeven. Deze
ervaring in haar vorige leven blijkt in haar huidige leven een problematische
rol te spelen: plotseling alles kwijtraken, de fysieke snelle aftakeling, de
zwangerschap en het einde ervan,
angsten, en nog tal van diepgevoelde emoties en waarnemingen. Het
‘aarden’ van zichzelf bleek in het licht van deze gebeurtenis extra aandacht te
vergen in haar huidige leven. En het accepteren dat ‘niets in het leven 100
procent zeker is’. Los van de vele opvallende bewijzen – zie hiervoor ook het
artikel van Titus Rivas in dit nummer van Koorddanser – rond reïncarnatie, ja ja er zijn écht herinneringen die historisch getoetst én bewezen zijn blijft het altijd onzeker of de vroegere
gebeurtenissen áltijd écht zijn. Echt in de zin van
historisch. Want de menselijke geest kan de boel in de bovenkamer soms fraai
voor de gek houden. Projecties, associaties, identificaties en overdracht om
maar ‘s een paar te noemen kunnen er ook voor zorgen dat mensen zich dingen
herinneren die ze nooit hebben meegemaakt. Dat heeft de wetenschap ons
duidelijk gemaakt. Dus alertheid met het leggen van herinneringen uit vroegere
levens en de huidige levensvragen of problemen blijft geboden. De waarde is
mijns inziens altijd groot als iemand zich integer een beeld of situatie uit
een vorig leven herinnert. Want echt of projectie: het beeld van toen kan
behulpzaam zijn bij het begrijpen of helen in het nú. Het enige wat ervoor
nodig is, is dat de beelden serieus worden genomen als realiteit voor degene
die de beelden heeft. Of ze historisch zijn of niet, maakt voor de
psychologische waarde eigenlijk niks uit.
Het hielp
En dat brengt me gelijk op mijn kritiekpuntje op het
boek: de psychische problemen in de huidige werkelijkheid van de mensen die het
boek beschrijft, blijken steevast hun wortels in een vorig leven te zijn(*). Maar
dat er meer redenen aan een probleem ten grondslag kunnen liggen, wordt in het
boek mijns inziens te weinig uitgewerkt. Ook de ‘Peter’ (Duitser in de Tweede
wereldoorlog), ‘Ferry’, een ‘moeilijk’ kind dat aan de Ritalin
zit, een onderduiker, een Engelse vliegenier, bommenwerper, en onder meer
‘Bert’, uit de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog, hebben in meer of mindere
mate baat bij hun beelden van het vorige leven. Ze gaan nu inzien hoe ‘vroeger’
helemaal niet dood lijkt te zijn. Het zijn geen succesverhalen, zoals ‘ik heb
het gezien en nu ben ik eindelijk helemaal beter’. Maar wel hielp het bewustzijn
over het verleden ieder om iets van het heden beter te begrijpen, en er grip op
te krijgen. Het hielp. Maar het inzicht bleek vrijwel nooit een complete
‘genezing’ te bieden. Bijvoorbeeld de huidige emotionele afstandelijkheid van
‘Bert’ door de loopgravenervaring, lost niet op door het verband te zien met
dit verleden. Er zullen meer therapieën nodig zijn om hem er vanaf te helpen, áls hij het werkelijk wil.
In mijn eigen situatie weet ik dat de gebeurtenissen in
de verschillende levens iets vertellen over mijn ‘zielsaard’; dat die zich maar
traag ontwikkelt en ieder leven opnieuw weer iets toevoegt aan de
levensconclusies van mijn diepste individualiteit. Kortom: de verhalen zijn
niet per se de diepste werkelijkheid, maar ze verwijzen ernaar.
Ontwikkelingsgang
Ervaringen in dit en een vorig leven wijzen op een levens-of beter ziels-verhaal;
die heeft vele componenten. Je lichaam bijvoorbeeld. Het kan in het volgend
leven beperkingen en mogelijkheden hebben om iets uit een volgend leven alsnog
te maken, of juist onmogelijk te maken, zoals de zwakkeling in een nieuw leven
een sterk gestel aantrekt. Of je psychische vermogen: je ziel ‘kiest’ (of
krijgt of trekt aan?) in een volgend leven een krachtiger astrologisch
gesternte om te kunnen acteren in de gebeurtenissen die zich in dat leven
zullen aandienen. Of de cultuur, partner, ouders etc. die ook het gedrag in de
ontwikkelingsgang kunnen beïnvloeden. Hier raakt het verschijnsel van de
reïncarnatie de andere grote onderwerpen als lot en karma. Daarover zijn weer
(tal van) andere boeken geschreven.
Tot slot verdient de methode van de auteur aandacht. De
schrijfster laat de cliënten eerst de wens, het probleem of vraag voor zichzelf
formuleren en gaat dan met ze in gesprek. daarbij luistert ze goed naar
taalkundig terugkerende zegswijzen. Zo spreekt de gevangene ‘Mirjam’ vaak over
‘boeien’, al dan niet ‘geboeid worden’ en ‘machteloosheid’. Ze begeleidt
vervolgens het herinneringsproces met behulp van uiteenlopende therapeutische
technieken, waarbij het opschrijven of tekenen van de verhalen of beelden
steeds terugkeert. Ook het andere boek, ‘Ik was eens...’ beschrijft
reïncarnatieverhalen. Echter zonder het thema ‘oorlog’ erin. Door de verhalende
stijl is dit ook een uitermate leesbaar boek dat warm aanbevolen kan worden
voor wie zich op reïncarnatie wil oriënteren.
***
(*) Als auteur van beide boeken wil ik aanvullen dat het juist mijn
bedoeling was het accent te leggen op ‘vooral werken met vorige levens’. Als
reïncarnatietherapeute ben ik me bewust van het feit dat ‘werken met vorige
levens’ slechts een onderdeel is van een therapietraject. Juist omdat ik
praktijkvoorbeelden wilde weergeven waaruit duidelijk wordt hóe
je therapeutisch met vorige levens kunt werken, is dit specifieke onderwerp
naar voren gehaald. Daardoor is werken met conceptie, zwangerschap, geboorte,
bonding, jeugd etc. onderbelicht. Dat wil niet zeggen dat dergelijke
onderwerpen tijdens het therapietraject niet aan bod kwamen. Deze ervaringen
zijn in de boeken slechts aangestipt.
Informatie over deze boeken: zie www.vorigelevens.nl
© RHA Publishing/Marianne Notschaele,
mei 2015